25 november 2019
Wel of niet inleiden na 41 weken zwangerschap?
Er is de afgelopen week veel te doen geweest rondom de uitkomsten van een Zweeds onderzoek waarin er meer babies stierven na 41 weken zwangerschap ten opzichte van een groep vrouwen die bij 41 weken zwangerschap werden ingeleid. Bijna tegelijkertijd is er in Nederlands een soortgelijke studie afgerond die anderen resulaten gaf dan het Zweedse onderzoek. Hieronder kun je een reactie lezen van de onderzoeksgroep op de uitzending van Nieuwsuur. Als je vragen hebt.....bespreek ze dan met ons op het spreekuur.
Reactie op uitzending Nieuwsuur van 21 november 2019
Er is terecht veel aandacht voor een Zweedse studie die stopgezet is wegens het overlijden van 6 baby’s
In dit SWEPIS onderzoek werd inleiden bij 41 weken vergeleken met een afwachtend beleid tot maximaal 42 weken. Er zouden 10.000 vrouwen deelnemen aan de studie om een mogelijk verschil in slechte uitkomsten bij het kind te kunnen aantonen. Het onderzoek is na een tussentijdse analyse van de uitkomsten bij 2600 vrouwen stopgezet vanwege een onverwacht hoog aantal overleden kinderen in de afwachtgroep, 5 voor de geboorte en 1 na de geboorte.
Naast het feit dat het niet vaak voorkomt dat een studie voortijdig gestopt wordt is ook opvallend dat in eenzelfde Nederlands onderzoek onder 1800 vrouwen, de INDEX-studie, die eerder op 20 februari van dit jaar is gepubliceerd in de BMJ, veel minder sterfte gevonden is. In dit onderzoek is ook het inleiden van de bevalling bij 41 weken vergeleken met een afwachtend beleid tot 42 weken. Er waren verhoudingsgewijs de helft minder overleden kinderen in de Nederlands afwachtgroep in vergelijking met de Zweedse studie: 2 voor de geboorte bij de afwachtgroep en 1 sterfte voor de geboorte bij de inleidgroep, en geen sterfte na de geboorte.
De Nederlandse onderzoekers hebben contact gezocht met de Zweedse onderzoekers om na het verschijnen van de Zweedse studie te gaan samenwerken om de data van beide studies samen te voegen en te analyseren. Omdat er dan sprake is van een zeer grote onderzoeksgroep kunnen er betrouwbare analyses gedaan worden die meer inzicht zullen geven waar deze verschillen door komen en of er categorieën vrouwen te identificeren zijn die een hoger risico hebben op een slechte uitkomst bij het kind en die dat niet hebben. Op grond van de Nederlandse cijfers zouden er ongeveer 1000 moeders ingeleid moeten worden om een sterfte te voorkomen in Zweden zijn dat er 250.
Het beleid in Zweden en Nederland verschilt in zoverre dat het in Zweden niet gebruikelijk is dat er extra monitoring (controles) wordt gedaan bij en/of tussen 41 en 42 weken met behulp van o.a. echo en CTG (beoordeling hoeveelheid vruchtwater en hartpatroon baby), in Nederland wordt dat in 95% van de praktijken en ziekenhuizen wel gedaan. Wat ook verschilt is dat bij de afwachtgroep in Nederland tussen de 41 en 42 weken de baring alsnog bij bijna 30% ingeleid is vanwege een medische reden vergeleken met 12% in de Zweedse studie.
De Nederlandse richtlijn over het beleid bij een langere zwangerschapsduur wordt momenteel herzien en er zal een keuzehulp gemaakt worden voor vrouwen die 41 weken zwanger zijn. De analyse van de bovengenoemde samengevoegde studies, die zo snel mogelijk wordt gedaan, zal een goed geïnformeerde afweging mogelijk maken voor moeders die rond de 41 weken zwanger zijn.
We voelen ons als onderzoeksgroep van de INDEX studie verplicht deze informatie mee te geven aan zwangere vrouwen die op dit moment de keuze moeten maken tussen inleiden of afwachten.